Op voorraad

De verhalen in dit boek werden geschreven door een Katwijkse schipper. Hij doet verslag van twee reizen: een reis met de vleet, waarmee de zeelui op haring vissen, en een reis met het schrobnet, om andere vis te vangen. De eerste reis voert naar de kust van Engeland. Op de tweede reis blijven de vissers dichter bij huis en vissen ze onder de Hollandse kust.

De twee verhalen spelen zich af in de achttiende eeuw, de tijd van de vroege bomschuiten. De vissers maken allerlei avonturen mee: ze raken een vleet kwijt, er breekt een zwaard in stukken, er steekt een storm op en er zwemmen haaien in het net. Het ergste dat er gebeurt, is dat een groot schip de netten overvaart. Uiteindelijk loopt alles goed af en keren ze naar Katwijk terug met een volle schuit.

Het manuscript van Leendert Buijsertszoon van der Plas is het enige ooggetuigenverslag van het Katwijkse vissersleven uit die tijd dat is overgeleverd. In dit boek wordt van dit achttiende-eeuwse handschrift, dat in zijn geheel fotografisch is afgedrukt, een transcriptie en hertaling gegeven. In het Nederlands van nu is te lezen wat de vissers ruim tweehonderd jaar geleden beleefden.

Geïllustreerd in kleur, o.a. met tekeningen van Bert van der Meij.

Paperback, 2012, 1444 blz.

ISBN 978-90-5997-128-8